naar de inhoud
alle berichten

Uitstappen a.u.b.

Teletijdmachines bestaan alleen in strips en ‘Back to the future’, toch? Maar neen! Een tripje met de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik maakt ook van jou een tijdreiziger. In de prachtige rijtuigen en op de oude stations opent zich een tijdcapsule, die je meeneemt naar een wereld zonder social media. Dat is toch een weelde?

We rijden richting Twisk en eerlijk is eerlijk: de schoonheid overvalt je elke keer een beetje. De vele boerderijen langs de beklinkerde dorpsweg gaan naadloos op in de entourage van het oude stationnetje van Twisk. Het station is één van de parels in het snoer dat dwars door West-Friesland loopt, als spoorlijn. We zijn uitgestapt en merken aan alles dat hier met aandacht en liefde wordt gewerkt.

Aanwinst
Dit seizoen staan de gebouwen langs de spoorlijn extra in de spotlights, met het thema ‘Uitstappen alstublieft!’. In de zomer kunnen reizigers een speurtocht doen om de stations te ontdekken. Directeur René van den Broeke zegt dat de spoorlijn een uniek monument is, maar dat de bijbehorende gebouwen net zo bijzonder zijn. De stoomtram heeft er nu vijf in eigendom, plus de werkplaats in Hoorn. “Onze laatste aanwinst is dat van Abbekerk-Lambertschaag. Het geld voor onze spoorlijn werd in 1887 opgebracht door rijke mensen en notabelen in de verschillende dorpen. En wie betaalt, bepaalt! Daarom slingert de spoorlijn ook zo mooi door ons landschap. Heel anders dan de moderne spoorlijnen.
De stations waren soms kilometers verwijderd van de dorpen. In Benningbroek, waar het station Abbekerk-Lambertschaag officieel ligt, kun je dat goed ervaren, omdat het haast naast de A7 ligt.’’ De aankoop wordt nog gerestaureerd. Er is altijd wat te doen en zonder vrijwilligers is de stoomtram nergens.

Spiegeleieren

Jan Doosjen is één van deze vele vrijwilligers en mag zich trotse bewoner en stationschef noemen van het station in Opperdoes, samen met zijn vrouw Monique. “We woonden in Enkhuizen en hadden net een ingrijpende verbouwing achter de rug.

Toen we eindelijk van ons huis konden genieten, kregen we deze aanbieding! Er was geen twijfel, direct dóen.’’ Jan en Monique wonen nu drie jaar ‘in het museum’ en iedereen mag zich welkom voelen. “We maken er echt wat van. Zetten mooie spullen buiten, trekken een uniform aan, pakken de spiegeleieren erbij. We willen iets laten zien als de passagiers uitstappen. In Opperdoes treffen wij het met het Pannenkoekenstation, waar je even kunt gaan eten. Dat is een mooie combinatie.’’

Max Verstappen
Al meanderend door het landschap vergeet je haast dat er in de locomotief hard gewerkt wordt. Stoker Thom Meendering maakt er graag zijn handen vuil. Thom is de ‘Max Verstappen’ van de museumspoorlijn. Hij had zijn stokersdiploma namelijk eerder op zak dan zijn rijbewijs. De 17-jarige student woont op vijftig meter afstand van het spoor, aan de Wijzend in Nibbixwoud.
“Ik ben met de stoomtram opgegroeid. Ik was fan van Thomas de Stoomlocomotief (een populaire animatieserie met een pratende blauwe loc, red.) en toen ik een blauwe in het echt zag rijden, dacht ik: wooooowww, dat wil ik!’’
Hij struinde heel YouTube af en kon niet wachten tot zijn 16e verjaardag. Dan mag je namelijk gaan leren voor stoker. Die brengt de locomotief in gereedheid en zorgt dat de reis goed verloopt.
Niet zomaar wat. “Er komt natuurlijk veel techniek bij kijken, maar ook de veiligheid is superbelangrijk.’’ Tijdens de rit kunnen passagiers helaas niet in de locomotief, maar als Thom stilstaat, wil hij met alle liefde iets vertellen over zijn werk en de historie. “Dat interesseert me. Het is m’n hobby. Ik heb in Europa al heel veel stoomtrams bekeken.’’ Glunderend: “Maar die van ons blijven het mooist.’’
 Stoomtram in cijfers

‌De spoorlijn tussen Hoorn en Medemblik is twintig kilometer lang.
Het spoor is precies 1435 millimeter breed.
Al het historische materieel kan hierop rijden en de maat is gelijk aan alle spoorwegen in ons land en grote delen van de wereld.
Tussen het begin- en eindstation waren oorspronkelijk negen stopplaatsen:
Opperdoes, Twisk, Midwoud-Oostwoud, Abbekerk-Lambertschaag, Benningbroek- Sijbekarspel, Wognum-Nibbixwoud, Zwaagdijk, Zwaag en Westerblokker.
De meeste stations zijn bewaard gebleven.
De Museumstoomtram heeft er nog vijf in eigendom en gebruik. Zwaagdijk, Zwaag en Benningbroek bestaan ook nog, als particuliere woningen.
Het museum is trotse bezitter van tien locomotieven, waarvan er zes hebben gereden bij Nederlandse stoomtrambedrijven en vier bij Nederlandse of Duitse industriebedrijven.
“De spoorlijn is als een parelsnoer van nostalgie”